Vragen 2009, nummer 1 DOCS.nr. 2968022 __________________________________________________________________________________ VRAGEN van het raadslid Ruud Schulten en Hans van Wegen betreffende de plaatsing van een UMTS-mast aan de Sportlaan te Hoogland gedaan in overeenstemming met artikel 43 van het reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort (SOB, nr.2962819; ontvangen d.d. 05-01-2009). ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 10 februari 2009) __________________________________________________________________________________ In de gemeentelijke rubriek Stadsberichten
van 24 december 2008 plaatste het college een voorlichtend artikel over de
voorgenomen plaatsing van een antennemast aan de Sportlaan te Hoogland. Dit in
een poging onduidelijkheid rond het antennebeleid weg te nemen. Volgens de BPA
bedrijft het college in het artikel eenzijdige voorlichting. Naar het oordeel van de BPA-fractie
overschrijdt het college door verhullend taalgebruik en het verzwijgen van
alternatieve beleidsmogelijkheden de grenzen van behoorlijke
overheidsvoorlichting. De BPA-fractie heeft in de loop der jaren herhaaldelijk
in voorstellen aangegeven dat er wel degelijk een lokale beleidsruimte voor een
strikter UMTS –Antennebeleid is. Goede voorlichting behoort -zeker als het
onderwerp controversieel is en gevoelig in de samenleving ligt -objectief en
feitelijk controleerbaar te zijn voor derden, zoals bewoners. Het
voorlichtingsbeleid behoort tevens in die gevallen aandacht te besteden aan
alternatieve beleidsmogelijkheden en de nadelen van bestaand beleid. Over bovenstaande situatie heeft de BPA de
volgende aanvullende vragen. Is het college van bovenstaande feiten op de
hoogte? Antwoord 1: Wij
zijn bekend met de door u aangehaalde publicatie in de rubriek Stadsberichten
“Plaatsen van antennemasten: hoe werkt het?”. Daarnaast onderschrijven wij het
belang van goede voorlichting. Graag willen wij u in deze wijzen op ons besluit
van 16 december 2008, “BESLISSING ZIENSWIJZEN VRIJSTELLING ANTENNEMAST AAN DE
SPORTLAAN 30 / ARTIKEL 19.3 WRO”. Daarin staat dat wij in het specifieke geval
van de antennemast aan de Sportlaan, conform de toezegging aan uw Raad in juni
2007, voorafgaand aan het starten van de procedure inwoners hebben geïnformeerd
over het plan omtrent de antennemast. Zo is er een inloopspreekuur
georganiseerd voor de buurtbewoners van de locatie. Op 18 maart 2008 zijn
aanwonenden van de locatie Sportlaan 30 uitgenodigd om het plan te komen
bekijken en vragen te stellen. Van deze gelegenheid is door verschillende
omwonenden gebruik gemaakt. Overigens
kunnen wij als gemeente geen bouwvergunning weigeren om gezondheidsredenen. In het bewuste artikel stelt het college
volgens de BPA ten onrechte dat de Gezondheidsraad aangeeft dat klachten
door langdurige blootstelling aan antennes niet te verwachten zijn. De
Gezondheidsraad heeft echter in een advies van 15 november 2007 aan de minister
van VROM aangegeven dat nader onderzoek naar verbanden tussen
gezondheidsklachten en blootstelling aan elektromagnetische velden
gerechtvaardigd is. Wil het College aan de BPA aangeven in welke concrete
openbare publicatie de Gezondheidsraad de door u vermelde verwachting - dat er
geen klachten zullen zijn door langdurige blootstelling - heeft uitgesproken? Antwoord 2:
In de
Stadsberichten is niet het volledige standpunt van de Gezondheidsraad
weergegeven. Hierdoor kan enige onduidelijkheid bij de lezer zijn ontstaan. Hierbij
de volledige uitleg: De
genoemde zin “dat er op op lange termijn klachten niet te verwachten zijn” komt
officieel uit factsheet 304 (mei 2006) van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO): De BPA
haalt in de vraagformulering het briefadvies van de Gezondheidsraad van 15
november 2007 aan. Dit briefadvies is tot stand gekomen na een vraag van het
ministerie van VROM om een eerste reactie te geven op drie wetenschappelijke
publicaties die in 2007 veelvuldig in het nieuws zijn geweest. De
Gezondheidsraad heeft hierbij nog een vierde publicatie over verrichte
onderzoeken betrokken. In dit briefadvies staat: Vraag 3: De gemeentelijke
beleidsdocumenten waarnaar u op www.amersfoort.nl verwijst, bevatten
helaas alleen het voorblad. Waarom verhult u dat u begin 2007 economische
motieven een belangrijke rol liet spelen in afweging voor het UMTS-beleid? Ten
slotte hebt u bewust grond in eigendom van de gemeente Amersfoort voor dit doel
beschikbaar gesteld aan de provider Vodafone. Graag vernemen we inzake deze uw
huidige standpunt. Antwoord 3: De gemeente heeft geen
financiële of economische motieven om een antenne-installatie toe te staan.
Opbrengsten uit huurcontracten zijn minimaal. Na toetsing aan het ruimtelijk
beleid dat door de gemeenteraad is vastgesteld en na afweging van verschillende
belangen zijn wij tot de conclusie gekomen dat de locatie aan de Sportlaan een
mogelijkheid gaf om er een antenne-installatie te plaatsen. Nadat de
bouwvergunning en vrijstelling rechtskracht hebben gekregen wordt het perceel verhuurd
aan de provider. Vraag 4: Is
het College bereid het volledige gemeentelijke beleidsstuk op de site: www.amersfoort.nl
te
plaatsen? Antwoord
4: Ja, daartoe zijn wij bereid. Vraag 5: U
beschouwt volgens een afgewezen WOB openbaarheidsverzoek (verzoek van inwoner
de heer G. Heerink) het plaatsingsplan en het overleg daarover met de providers
als geheim, zodat externe belanghebbenden als bewoners van de Sportlaan zich
geen oordeel kunnen vormen over ‘mast-sharing’, i.c. de mogelijkheid voor
provider Vodafone zich aan te sluiten op dichtstbijzijnde mast in de buurt. Antwoord 5: Mast-sharing
is een begrip in de wereld van de providers. Ze zijn verplicht om hun masten te
laten gebruiken door andere providers. Vanaf de Sportlaan is de
dichtstbijzijnde mast de antenne aan de Zevenhuizerstraat (rotonde Van
Boetzelaerlaan). Deze is niet meer beschikbaar voor mast-sharing. Deze mast zit
vol. Vraag 6: U
stelt in het voorlichtende artikel dat schoolbesturen niet zonder toestemming
van de gemeente het dak van het schoolgebouw beschikbaar kunnen stellen aan een
operator om er een antenne te plaatsen. U suggereert volgens de BPA beperkend
beleid dat u niet heeft. Kunt u aangeven in welke gevallen de gemeente als economische
eigenaar van scholen de laatste twee jaar een aanvraag heeft geweigerd? Antwoord 6: Op
13 februari 2007 hebben wij ingestemd met het plaatsen van UMTS-antennes in
Amersfoort. Met een raadsinformatiebrief is de raad daarover geïnformeerd. In de bijbehorende
nota staat dat operators altijd toestemming nodig hebben van gebouweigenaren
voor het plaatsen van antennes. De gemeente kan eigenaar zijn van basisscholen
en is dat van bijvoorbeeld sporthallen, buurthuizen en speeltuinen. NV
SRO heeft deze gebouwen van de gemeente Amersfoort in beheer. De scholen van
het voortgezet onderwijs vallen daar niet onder. Gebouwen van de gemeente maar
vooral basisscholen zijn vaak te laag voor het plaatsen van antennes. De ideale
hoogte voor antennes is tussen de 35 en de NV
SRO heeft in het verleden toestemming gegeven om op drie plekken een
antenne(mast) te plaatsen. Deze locaties zijn: 2. Op
het terrein van voetbalvereniging Amsvorde in Nimmerdor staat een GSM/UMTS
antennemast-installatie; 3.
Op het sportpark Emiclaer bij voetbalvereniging VVZA aan de Schothorsterlaan
staat een antenne-installatie. Alle
contracten die hiervoor zijn gesloten zijn ouder dan 2 jaar. De
laatste twee jaar heeft NV SRO geen aanvragen geweigerd of gehonoreerd. Vraag 7: U
noemt in het aangehaalde voorlichtingsartikel vervolgens sporthallen,
buurthuizen en speeltuinen. Ook hier de vraag in welke gevallen u als eigenaar
de laatste twee jaar geen toestemming heeft gegeven voor plaatsing? Antwoord 7: Voor
het antwoord verwijzen wij naar het antwoord op vraag 6. Vraag 8: Waarom
heeft de aanwezigheid van speelzaal Dikkertje Dap in de onmiddellijke nabijheid
van de antennemast niet geleid tot een weigering de bewuste openbare
gemeentegrond aan de aanvragende provider beschikbaar te stellen? Antwoord 8: In
reactienota behorende bij ons besluit van 16 december 2008 staat op pagina 4
vraag 2a dat de veldsterkten voor de antennes ter plaatse van de
peuterspeelzaal een factor 50 lager liggen dan de wettelijke voorgestelde
blootstellingslimieten. Onder de antennes is de veldsterkte verhoudingsgewijs
lager dan in de cirkel er om heen. Er is voor de gemeente geen reden de
aanvraag voor een vrijstelling te weigeren. | ||